Na anderhalf jaar was het zover. Een run met maat Jelle die mij ooit op het idee bracht om met survivalrun te beginnen. Dat heb ik uiteindelijk op mijn negenenveertigste gedaan en ik kon werkelijk niks. Dankzij het geduld van de instructeurs en de cultuur van “wijhelpenelkaar”, meende ik na anderhalf jaar ploeteren wel klaar te zijn voor acht kilometer hindernisbaan. Het werd Harreveld.
Na wat haastig shirts en zweetbandje opgehaald te hebben, verschenen we twee minuten voor aanvang in het startvak. Toen de eerste meters joggen waren afgelegd, begon het allemaal makkelijk met wat “kruipenoverheenstapwerk”. Naarmate we langer onderweg waren, werden hindernissen technischer en de uitdaging groter. Zowel mentaal als fysiek. Maar man, wat was dit gaaf! Niet alleen het geploeter zelf, maar ook de saamhorige sfeer bij deelnemers en organisatie. Met zeer bruikbare tips wisten vrijwilligers ons over een aantal hindernissen te praten. ‘Zorg dat je niet valt’.
Na anderhalf uur klimmen, vastpakken, omhoog hijsen, schuren, klotsen en vooral vééééél lopen kwamen we bij hindernis ‘het daknet’. Bij deze hindernis moest ik zo bijten, spugen en persen om onder een dikke boomstam langs te komen dat ik bang was een schone onderbroek nodig te hebben. Ergens na het boogschieten kwam vervolgens een hindernis waarbij je al zwaaiend aan korte touwtjes de overkant moest bereiken. Na drie pogingen moest ik het helaas opgeven. Al mijn knijpkracht was finaal opgebruikt bij dat rotterige daknet. Ik kon niet meer blijven hangen. Mijn bandje ging van de pols en ik was zwaar teleurgesteld in mezelf.
Maar ach…na twintig minuten realiseer je dat je meer dan negentig procent van de hindernissen wel hebt gehaald en kijk je terug op een fantastische ervaring. Dit is oer, dit is puur, dit is GAAAAN!!! Inmiddels hebben we de volgende run alweer gepland. Deze is ook acht kilometer en hiervoor moeten we naar Leeuwarden. In oktobrrrrr. Oeps.
-Menno Schiphof-